Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Openbaring 14     

Openbaring

Index

Hoofdstuk 15

En ik zag een ander groot en wonderlijk teken in den hemel; namelijk zeven engelen, hebbende de zeven laatste plagen; want in deze is de toorn Gods geeindigd.

En ik zag als een glazen zee, met vuur gemengd; en die de overwinning hadden van het beest, en van zijn beeld, en van zijn merkteken, en van het getal zijns naams,welke stonden aan de glazen zee, hebbende de citers Gods;

En zij zongen het gezang van Mozes, den dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God,rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen!

Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Want Gij zijt alleen heilig; want alle volken zullen komen, en voor U aanbidden; want Uw oordelenzijn openbaar geworden.

En na dezen zag ik, en ziet, de tempel des tabernakels der getuigenis in den hemel werd geopend.

En de zeven engelen, die de zeven plagen hadden, kwamen uit den tempel, bekleed met rein en blinkend lijnwaad, en omgord om de borst met gouden gordels.

En een van de vier dieren gaf den zeven engelen zeven gouden fiolen, vol van den toorn Gods, Die in alle eeuwigheid leeft.

En de tempel werd vervuld met rook uit de heerlijkheid Gods, en uit Zijn kracht; en niemand kon in den tempel ingaan, totdat de zeven plagen der zeven engelengeeindigd waren.

Openbaring 16

 

 

 

SpeakingBible Software © 2001 by johnhurt.com